Blackout Tuesday
Vandaag stond instagram vol zwarte plaatjes onder de vermelding #blackouttuesday. Een online protest tegen racisme. Een protest wat toch net niet liep zoals de organisatoren bedacht hadden, omdat het er voor zorgde dat andere berichten verdwenen onder de stroom van zwarte vlakken. In plaats van stilte en luisteren deed het wereldwijd woorden verdwijnen. Dit is niet zozeer de reden waarom ik geen zwart plaatje op mijn profiel heb gezet. Ik heb getwijfeld, mede door de oproep de afgelopen tijd tegen zwijgen. De oproep dat being non-racist niet genoeg is, de oproep tot being anti-racist.
Ik schaam me soms dat ik me te weinig bezighoud met het racismedebat. Schaamte als niet-witte, als antropoloog, als lichte kleurling die het relatief makkelijk heeft in deze wereld, omdat ik ook weer niet zó anders lijk voor anderen. Ik voelde schaamte toen ik gisterochtend moest opzoeken waar precies de hashtag #blackouttuesday vandaan kwam in de context van onrecht en protesten van de afgelopen dagen.
Een zwart vlak online posten was niet de oplossing voor dit gevoel. Het zou eerder een uiting zijn geweest van groepsdruk, kuddegedrag, dan van oprecht protest. Juist doordat het me niet zoveel zei toen ik het eerste vlak voorbij zag komen, voelde het niet goed om het te delen. Ik zou het slechts doen om niet achter te blijven en daarmee mijn ongemak verhullen. Ik vraag me af of er achter die vele zwarte vlakken nog meer van dit soort ongemak verborgen gaat. Ik hoop dat de mensen achter de vlakken weten waarvoor de hashtag ontstaan is, dat ze uitgezocht hebben wie hem maakte. Ik hoop dat ze weten waarvoor ze zijn gaan staan. Niet alleen in het korte moment van het plaatsen van het zwarte vlak, maar voor de betekenis ervan in hun leven.
Ik heb geen zwart vlak geplaatst. Ik weet dat het me onderdeel maakt van de zwijgende groep waar anderen tegen ageren. Zij die zeggen tegen racisme te zijn, maar zich niet activistisch opstellen. Je vindt me niet vaak bij demonstraties, je vindt me vaker in zwijgen. Omdat ik vaak vind dat ik meer tijd nodig heb een afgewogen mening op te stellen, maar ik besef me ook dat met het eindeloos afwegen van woorden en gevoelens heersende machten niet verschuiven.
‘Op spandoeken moet je onrealistische doelen neerzetten,’ zei iemand me ooit. ‘In protestleuzen gaat het niet om realisme, maar om vooruitstrevend dromen om dingen in beweging te zetten.’ Ik ben niet zo activistisch, antwoordde ik haar. Ik ben er misschien niet voor gemaakt, dacht ik erachteraan. Ik ben haar uitspraak steeds beter gaan begrijpen, maar blijf het een lastig standpunt vinden. Luide woorden hebben zeker macht, ze schrikken op en kunnen verborgen zaken zichtbaar maken. Luide woorden kunnen ook sneller wringen, daar ben ik niet zo goed in. En ze kunnen na hoog pieken ook weer stilletjes verdwijnen, dat vind ik lastig. Want wat doen we na de luide woorden? Welke verandering zetten we in gang in onze instituties en in onze eigen levens?
In plaats van een zwart vlak online zette ik vandaag boeken van Maya Angelou en Chimamanda Ngozi Adichie op mijn leeslijst. Verhalen die ik al tijden wilde lezen, maar waar ik in deze tijd weer concreet aan dacht. In de strijd tegen racisme geloof ik in educatie, kritisch zelfonderzoek en daarbij het oprecht onderzoeken van je eigen ongemak en schaamte. Daar hoort het onderzoeken van mijn eigen positie en ideeën bij. Dat is niet altijd makkelijk in luide woorden. Ik hoop dat het onderzoeken, leren en samen woorden geven aan ongemak en zoeken zijn weg vindt, onder de mensen met luide woorden en onder zij die zwijgen.